Eega en ik hebben beveiliging. Ons huis is beveiligd bedoel ik. Met bewegingsensoren en rookmelders. Die eenmaal in alarm direct naar de meldkamer gaan: 24/7. Oftewel dag en nacht. Een veilig gevoel gekocht.
En daarmee hebben we al eens inbraak voorkomen. Althans erger dan wat lampen kapot geslagen, keukenraampje geforceerd, maar ook een afwasmachine vol afwassop, en de schrik in onze benen, werd door dat tergend lawaai van het alarm voorkomen.
Direct daarna hebben we een extra nog meer tergende sirene aangeschaft. De buren hadden namelijk zo goed als niets gemerkt. En dat middenin de nacht. Wanneer het aardedonker en erg stil is. Bij echte inbraak kunnen we toch wel op wat steun van ze hopen. Al is het maar dat ze een kenteken kunnen noteren of een selfie kunnen maken met de inbreker.
Alarm
Vorige week, na een grote beurt van de beveiliging en alle batterijtjes weer voor verse vervangen, loeide het alarm om 3.23 uur. En meteen ging de telefoon: de meldkamer. Uit mijn diepste slaap gewekt, slapende poes Mara op mijn heup zorgvuldig van me af proberen te laten springen, op de wekker kijken, realiseren dat ik er echt uit moest, van schrik eerst de luidspreker aanklikken op de telefoon en daarna pas het aan-knopje, meldde ik me koulijdend in het donker met mijn naam.
“Yvon* meldkamer naam bedrijf. Wij krijgen alarm binnen”. “Ja dat klopt”, maar ik weet niet wat er aan de hand is”, zei ik. “Ik kan u niet verstaan door het lawaai, wilt u het alarm uitzetten?” Omdat ze me toch niet kon verstaan antwoordde ik niet. Bibberend ging ik met de telefoon aan mijn oor, naar het halletje om het goede zendertje te zoeken en kreeg de schrik pas echt goed te pakken: ze hing op.
Hing ze echt op? Jazekers ze hing op. Tuut, tuut, tuut, klonk het. Wat was dat? Op slag voelde ik me pas echt onveilig. De schrik kwam nu echt binnen. Bijna paniek. Het alarm uitgezet. Het licht werd aangeknipt door eega die slaapdronken langsdreutelde. Hij ging naar beneden om te kijken wat er aan de hand was. En ik belde terug na de nummermelder te hebben geconsulteerd.
“De meldkamer heeft u gebeld, bel het nummer op uw pas en houd uw code bij de hand”, meldde het automagische geluidsbandje. Oh nee ook dat nog! Eega inspecteerde de woonkamer en nam op mijn verzoek mijn tas mee. Inmiddels in ochtendjas tegen het bibberen zocht ik mijn pas en belde.
weinig opbeurende beveiliging
Yvon had weinig opbeurends of kalmerends op mijn toegebeten: “ik had wel onder schot kunnen staan”. Excuses werden ook niet geuit. Ze verdedigde zich slapjes met “het was zo’n lawaai”. Ja en? Welke – beveiliger – haalt – het – in – haar – hoofd – op – zo’n – moment – op – te – hangen?
Na een ongerust doorwaakte nacht heb ik een klacht ingediend. We hebben maandag een bloemetje van ze gekregen. Wel een mooie bos in mijn kleuren. Gelukkig was het loos alarm en stond ik niet onder schot. Maar wat als er wel inbraak was…
*geanonimiseerd