Als kind kun je knikkers delen, of niet van harte, je lievelingsspeeltje. Bij mij werd het al vroeg erin geramd dat ik moest leren delen. Eigenlijk op een leeftijd dat je dit gevoel nog niet kunt opbrengen. Dat je je ikje nog moet ontwikkelen. Maar mijn moeder dacht er goed aan te doen. Soi.
Dat brak me op in mijn latere leven en ik heb mijn ikje, mijn ego, op latere leeftijd moeten leren ontwikkelen. Met hobben en tobben. Met vallen en opstaan. Met ups en downs. De grenzen verkennend wat acceptabel is voor anderen en wat niet. Maar ik ben blij dat ik het gevoel van delen, dat gevoel van loslaten en de wereld inschoppen, of delen met één ander, op een goede manier nu kan hanteren. Dat gevoel van een ander kan inleven en delen. Al stel ik mezelf eerst wel altijd de vraag of ik het wil, want mijn natuurlijke neiging is nog altijd teveel uitreikend. En dat bleek de sleutel.
Geluk delen, vergroot het geluk. Blijdschap en enthousiasme delen, werkt aanstekelijk. Verdriet delen, doet goed. Vermindert het verdriet. Ik ben op zo’n moment nogal praterig aangelegd en ik ben blij met de steun die ik dan krijg, van mijn dierbare familie en vrienden. Dat ik dan mijn verhaal mag doen. Dat het delen en het luisteren, met feedback van de ander, mij loutert. Ieder mens heeft weer een andere invalshoek en zo kan ik mijn verdriet exploreren en verwerken. Ik denk dat dit universeel zo werkt. Niet alleen bij mij.
Niet ieder is zo praterig als ik, en dat maakt ook niet uit. “Iedereen is anders”, meldt een goede vriend van ons op gezette tijden. In zwijgzaamheid kan ook veel gevoel te delen zijn. De sfeer die dan ontstaat. Zo vertrouwd. Maar dat heb ik bijna alleen met bijvoorbeeld ega. En kan zeer rustgevend en aardend werken. Althans dat effect heeft ega op mij.
Lachen en humor is ook zo’n gevoel om echt te delen. Warmte in een knuffel. Als je echt contact hebt met iemand. Maar bij ernstig verdriet komt er zwarte humor bij ons naar boven borrelen. Ook heerlijk relativerend.
Tot zover deel ik mijn gedachten voor nu dus even over delen. Ik deel gelukkig nog altijd graag met mensen. De ups en de downs. Jouw of mijn gevoelens. En deel dit nu met jou!
Ja, delen is voor sommigen moeilijk, maar voor anderen weer niet. Inderdaad begint dat bij je opvoeding. Verdriet delen helpt ontzettend, dat kan ik uit eigen ervaring zeggen.
Delen met iemand die je na staat, gaat meestal nog wel. Dan blijft het toch een beetje in de familie. Maar delen met mensen die verder van je af staan, dat is veel moeilijker. Dat is eigenlijk pas het echte delen…
Delen is voor vele een onbekend begrip, kijk maar naar die stakkers die liggen in de portieken van de grote winkelketens. Delen, wat is dat. Zolang er nog vele kilo’s voedsel wordt gedumpt vraag ik mij af… delen, wat is dat?
Delen is mij bekend, het hoort thuis in het rijtje MVDOA.
M=Machtsverheffen; altijd een factor waar je rekening mee moet houden bij het onderhandelen
V= Vermenigvuldigen; lukt niet altijd, zeker met geld in een economische crisis, ook in de relatiesfeer kunnen complicaties optreden, dan wordt het IVF,waarbij succes ook niet tot de garanties behoort.
D=Delen; moet veelal samengaan met M en V, met name in de relationele sfeer. Ook de O is nog van belang (zie hierna)
O=Optellen; je zegeningen kan je aldus optellen in samenhang met MVD.
A=Aftrekken, behalve het platvloerse begrip moet hier weer een vermindering plaatsvinden tengevolge van alle teleurstellingen en tegenslagen. Vooral handig na een echtscheiding, zowel materieel, inclusief de noodzakelijke fysieke beperkingen e.d. als immaterieel. Je moet dan oppassen dat er geen tekort(koming) ontstaat.
MVDOABollo!
Ook ik heb dat moeten leren, wie niet? Soms is delen moeilijk, soms ook weer niet.
Ik vraag het mij wel eens af, wanneer is het nu moeilijk,en wanneer is het geen probleem. Je moet dit zelf invullen denk ik.