De huidige managerscultuur heeft last van het klaarkomprincipe, betoogde ik vorige week. Ze hoeven geen voeling te hebben met het vak of met de werkvloer. Laakbaar. Zeer laakbaar. Maar ze hebben zich met zulke hoge lonen op zulke hoge posities gemanoeuvreerd, dat ze niet meer zijn weg te krijgen. Ik ben benieuwd of hier de crisis en de bezuiniging vat op gaan krijgen. Maar ben bang van niet.
Je staat er niet zo bij stil, maar al rond 1985, werd mijn vadertje zaliger wegbezuinigd door een net aangetreden, piepjonge, ijskoude manager. Hij had slechts een maand of twee, drie, daar wil ik vanaf wezen, langer hoeven werken voor een beter pensioen. Terwijl elk tientje bij hem van waarde was. Zo gaat dat als je weinig geld hebt. Mijn trotse vadertje heeft hem zelfs gebeden en gesmeekt. Niets mocht baten. Het werd zijn dood. Het eerste mij bekende slachtoffer van het klaarkomprincipe. Helaas heb ik er nog velen zien volgen. En het wordt erger en erger. Als een olievlek breidt het zich uit. Als het werk maar af komt voor zo min mogelijk geld. Een mens telt dan niet mee. Poppetjes die je van werkplek kunt laten verschuiven. Of weg kunt bezuinigen. Ik ben zo eenzaam wanhopig over deze tendens. Deze cultuur die er in is geslopen. De ad hoc beslissingen. Geen visie, geen beleid, geen eindeloze kleurschakeringen in de nuances, die zich steeds meer verdiepen.
En nu is het helemaal schering en inslag. Niemand ontkomt meer aan fusies en reorganisaties. Jong of oud. Het lijkt veranderen en vergroten óm de verandering! En niet altijd ten goede. Wat een weggegooid geld, wat een weggegooide schat aan ervaring. Heel goed draaiende organisaties worden ziek, doodziek. Dolgedraaide medewerkers op de werkvloer. Frustratie naar elkaar afreagerend. Leidinggevenden die in en uit hoppen en het ook niet meer weten. Ziekteverzuim. Het logische gevolg. Flexplekken om de huurkosten en dure oppervlakte te verkleinen. Nog meer vervreemding dus en ontmenselijking. Je kunt zelfs niet meer vergroeid raken met de vochtplek in de hoek van de muur linksboven. Bij wijze van spreken. Want voor je het weet zit je alweer op een andere flexplek. Met je rollende koffertje op wielen waar je dossiers en een meegenomen foto uithaalt. Hemeltergende ideeën voor mij!
De sfeer van een vakman, verenigd in zijn vakbond. Wie maalt nog om een vak? Een vak heb je niet voor je leven. Je kunt alle kanten op. Ook als je in een vak uitgekeken bent, of laten we het beroep noemen, kun je weer vele kanten op. Dat is mooi, heel mooi. De moderne lerende mens ten top. Maar veel verdieping gaat verloren. Het klaarkomprincipe.
Weet je waar je nog vakmanschap vindt? Bij de ZZP-er en kleine ondernemers. De freelancers. Zij hebben liefde en oneindige verdieping in hun vak. Puur idealisme en motivatie vind je er nog. Een leven lang lerend om hun kennis op peil te houden. Een opkomende tendens in onze maatschappij, waar ik erg gelukkig mee ben. Ik heb graag met ze te maken. Zijn er inmiddels zat mensen die genoeg hebben van het klaarkomprincipe en het tij kunnen keren?
Ik heb genoeg van het ‘klaarkomprincipe’, maar vrees dat ik in mijn eentje het tij niet meer kan keren!
Dag Mindel,
Helaas is het voor de zzp-er met al zijn leuke ideëen ook moeilijk overleven
in dit klimaat. Nu is er er altijd wel een ‘collega’ die de klus voor minder
wil doen. Of besteden bedrijven de klussen niet langer meer uit.
Maar voel jouw frustratie ook, echte liefde voor het vak verdwijnt zo.
Zo zie je de gezellige winkeltjes uit het straatbeeld verdwijnen en blijven de
grote ketens over.
Gelukkig gaat het niet altijd en overal zo, maar toch iets om over na te denken.
Perfect weergegeven, waar Den-Haag nog een punt (tje) aan kan zuigen.
pffffffff, dat is wel heeel veel in een keer hoor, zitten veel onderwerpen in waar misschien niet iedereen het mee eens is.
Maar het dwingt je wel tot na denken over de huidige maatschappij en veranderende tijden.
in mijn ogen erg sterk en pakkend geschreven Loes.
En dan Zondagavond nog zeggen dat je geen inspiratie hebt voor het schrijven!
Geweldig!!! 😉