Integer

Laatst kwam een bekende tot twee keer toe met haar collectebus aan de deur: de eerste keer was mislukt, maar had ik toch opgemerkt. Integer! Volhardend. Zelf hou ik met een collectebus in de hand, geen lijstje bij. En vind één keer langsgaan genoeg. Maar: petje af voor hen die het nog zo serieus nemen.

Integer, fietsen door mazen, sport, gewetenIk ken iemand, die zijn integriteitsgevoelige baan, zó serieus neemt dat hij nooit, maar dan ook nooit een zijsprongetje maakt. Zijn collega’s wel, maar dat terzijde. Er zijn nuances, vijftig tinten grijs misschien wel. De scheidslijn is dun en tussen mazen doorfietsen vereist behendigheid. Maar kan ook een sport zijn.

De lijnen rond waar mijn geweten zich vroeger begaven, waren strikt en vastomlijnd. Te strikt en te vastomlijnd. Op een gegeven moment kon ik niet meer ademen. Benauwend. Perfectionisme tot aan het toppunt en ver daarboven. “Wij reiken de lat aan, de hoogte bepaal jij”. Bekende commercial van een instituut in thuisstuderen. En ergerlijk! Inzoomend op een lat naast de man, met blauwe wolkenluchten. The sky is the limit veronderstellend.

Al tegen mijn burnout aanlopend meenden mensen in mijn omgeving me nog verder te moeten pushen. “Je kan meer”.  En dat geloofde ik. Mijn eigen onrustgevoelens wegduwend. En nog maar weer eens een stapje harder en beter. De Wet van Murphy richting afgrond belopend. Tot er angsten kwamen die niet meer te negeren waren. Die zichtbaar werden. En een uitlaatklep had ik amper.

Wist ik veel dat het benoemen van die gevoelens zo kan helpen! Door schade en schande wijs geworden. Op de harde manier. De manier des levens. Via de ontkennende manier naar de erkennende manier. De erkenning dat je ook maar mens bent. Met je zwakheid en je kracht. Me stap voor stap ontworstelend aan ketens die niet klopten. En ook mijn geweten werd soepeler. The sky is the limit? Nee hoor aarden is noodzaak. De lat staat ook op de grond. Waar je voeling mee moet houden. En zonder stutten en steunen, plek waar je kunt ‘spelen’, jezelf kan zijn, kan die lat echt niet geplaatst worden.

Ik heb de mazen van mijn geweten grondig verkend. Elastiekjes ingebouwd op de plek van te benauwende kabels. Met mijn neus op de feiten dat mijn leven niet maakbaar is, maar wel bestuurbaar. En op een integere manier een sport gemaakt van de mazen. En de rustplaatsen.

Initiatief

Je hebt mensen en fietsbellen. Verhaalde onze veelgehoorde tienerkreet. Een kreet die ik nooit meer hoor, maar waar ik nog steeds om moet lachen. Tegenwoordig hoor ik straattaal als ‘spangen’. Nee, nee niet die leuke tv-serie! Zonder hoofdletter, bedoelen de jongeren volgens mij ‘dissen’. Wat zoveel wil zeggen als irriteren, treiteren, op stang jagen. Als ik het goed heb begrepen.

Fietsbel verroestFietsbellen dus. Fietsbellen waren niet je soort. Ging je niet mee om, en kon je je lekker tegen afzetten. Je kon zo maar fietsbel worden. Maar je kreeg het zelf meestal niet te horen. Ooit heb ik letterlijk iemand met een fietsbel in zijn hand zien rondrennen. Echt. Humor van de bovenste plank. En maar bellen. Ver voor de mobieltjestijd. Als je mijn snelle associatie begrijpt.

Fietsbellen toonden veel lawaai en weinig wol. Om een variant te gebruiken van een uitdrukking. Praatgrage types, waar je niets aan had. Veel beloftes, weinig om op te bouwen. En initiatieven ontwikkelen: ho maar! Praten erover, meer niet. Luchtkastelen te over, plannen genoeg, soms een halve poging tot realiseren. Soms anderhalve poging. Maar inspannen om een doel te bereiken: oh nee. Het mocht niet op werken lijken. Beloftes: dat wel.

initiatiefInitiatief nemen is eigenlijk ook niet altijd makkelijk. Ooit heb ik jaren gewacht op een uitnodiging van het toenmalige Arbeidsbureau. Nooit gekomen. Tot ik hoorde dat je gewoon kunt vragen om een arbeidsbemiddelingsgesprek. Jee had ik dat eerder geweten. Bij klusjesmannen moet je ook erg veel initiatief tonen. Hier ten lande valt het nog mee, als ik verhalen hoor over het buitenland, maar ze zijn je opdracht vaak snel vergeten. Of het juiste tijdstip. De goede niet te na gesproken. Die ik koester.

Zelf had ik voor de zomer opeens tijd over. En sprong, initiatiefrijk, in op kansen. En nu moet ik weer begrenzen. Mijn prio’s stellen. En dat valt niet mee. Er is weer zoveel op mijn pad gekomen. Maar als ik er juist over nadenk, heb ik kansen aangegrepen om initiatieven te ontplooien. Of initiatieven genomen, omdat ik kansen rook. Nou ja, hoe het ook zij: ik heb het te druk. En ben weer eens op de rem aan het trappen. Te versnipperde doelen komt vast niets van terecht.

Initiatieven nemen: mooi, maar je moet geen fietsbel worden!

Pfoe hé!

Als een ballon loop ik heel langzaam leeg. Leeg van een overvol hoofd en gemoed. Niet als een strakgespannen ballon die je met een speld even lekker laat knallen. Nee dat gelukkig niet. Maar als een vergeten ballon na een feest in de kamer. Steeds krimpt ie iets meer.

Zo vergaat het mijn hoofd, al beginnen er al eerste tekenen te komen dat ik me weer ga richten op een nieuw hoofdstuk. Een nieuwe ballon zal ik langzaam weer opblazen, maar eerst in de relaxstand.

Mijn buik is van al die stress gaan protesteren, dus hoe dan ook dien ik mijn rust in acht te nemen. Een lichaam liegt niet. Middenin ega’s verhuizing naar een kleiner kantoor nog even specialisten bezoeken is heel vreemd. Maar noodzakelijk. Een soort cultuurshock. De hectiek en lacherige drukte middenin de verhuisdagen en dan de angstige rust van het ziekenhuis. Pas op de plaats.

Gelukkig ging de verhuizing gewoon door als gepland. Maar pfoe hé wat een tegenslagen hadden we te verwerken. Mensen die uitvielen, auto’s die uitvielen, personen die zich niet aan afspraken hielden. KPN die doodleuk eerst een paar dagen te vroeg en daarna een dag te laat de verkeerde telefoonlijn lassen op een Isra-punt. Het is ook moeilijk om onderscheid te maken tussen een tweede en eerste etage. En dan durven ze nog te beweren dat ‘helderheid in bereikbaarheid’ hun devies is! Heb je dan de euvele moed te klagen, smijten ze doodleuk hun hoorn op de haak.

Maar ook de onverwachte inzet en creativiteit van kleine ondernemers. Die ter plekke creatieve oplossingen bedenken. Die luid en duidelijk roepen dat problemen niet bestaan alleen maar uitdagingen en oplossingen. Hartverwarmend. Samen met receptioniste hebben we ook veel creatiefs bedacht. De noodplannen B, C zelfs tot en met Z waren niet van de lucht. De KPN verdient weer goed aan ons gebel.

Morgen breekt voor kantoor een nieuw hoofdstuk aan. We zijn er nog niet, maar het wordt weer opbouwen in plaats van afbreken. Nu nog even afwachten of er ook een noodplan B of C zelfs misschien tot en met Z is voor mijn buik. Hoewel ik er op reken dat het mee gaat vallen.

Drukte

Met verbazing bekijk ik de laatste jaren de ontwikkeling dat er steeds meer en grotere evenementen georganiseerd worden. Op allerlei gebied. Doet de crisis verlangen naar een groter groepsgevoel? Massaler?

Bij de kroning van Beatrix destijds waren er opstandige relletjes. Dat was de tijdgeest van toen. Ik ben er bij geweest. Maar wel in de allerbuitenste regionen. De Dam en het Rokin in Amsterdam was het strijdtoneel. Daarachter serene rust met kinders die op kleedjes van alles verkochten. Stoer kan ik nu melden dat ik me een hele vijf minuten achteraan op het Rokin heb aangesloten. Echt ik was erbij. Maar ik schrok me rot van het grimmige karakter en de oorlogssfeer. Ik wist niet hoe gauw ik weer terug moest komen in de zijstraatjes.

Ook met verbazing zie ik af en toe noodgedwongen voetbal. Dat groepsgejoel. Het ene vak zwaar uitbundig, tegen het hysterische aan, het andere vak zwaar teleurgesteld. Alsof hun leven ervan af hangt. De stemming schijnt af te hangen van een balletje in het doel van de een of de ander. Ik snap er niets van.  

Tegenwoordig heb je ook grote muziekfestivals. Als paddenstoelen ontspruiten ze uit de grond.  En de hordes mensen komen er op af. Wat bezielt je om zo massaal te luisteren en kijken? Zelf ben ik een keer met ega naar mijn favo groep Doe Maar geweest. Een aantal jaren geleden. En ja het was indrukwekkend. De sfeer perfect en ik vond het erg speciaal dit mee te maken.

Toch zal ik het niet snel nog eens doen. Het eindeloze geloop om het Feyenoord-stadion om je vak te vinden. Het geklauter over wankele trappen. De regen, waartegen je je met plastic moest wapenen. Dat plastic lag wel klaar op je stoeltje. Dat dan weer wel. Het geduw en getrek om een plastic bekertje wijn te bemachtigen. Vooral geen tweede nemen, want dan moet je naar het toilet. En daar staan zulke lange rijen dat het leed al voor die tijd geschied is.

Van demonstraties, marathons en dergelijke krijg ik kippenvel tot op mijn bot. Die botten van mij rimpelen als het ware vrolijk mee. Zo intens ontroerend vind ik het, dat zoveel mensen tegelijk, allemaal hetzelfde willen en doen. Als toeschouwer welbeschouwd, want demonstreren doe ik niet gauw en ik ben totaal niet sportief.

Eigenlijk observeer ik wel graag. En zie zoveel details dat het me duizelt. Nee voor mij geen massale groepen. Groepen die goedschiks of kwaadschiks zijn: ik hoed me voor drukte tegenwoordig. Doe Maar niet. Of is dat de leeftijd?

Pokkelen

Pa-lief zaliger gebruikte dit woord graag: hij ging niet naar het werk, nee hij ging pokkelen. Hij bedoelde hiermee dat hij hard ging werken en zich in het zweet ging werken. Ik vind het een mooi woord. Heel eigen aan mijn vader, die van hard werken zijn roeping had gemaakt. Pokkelen is geen echt bestaand woord, of komt het ergens uit het amsterdams? Op Google is het enige dat je kan vinden als betekenis: op de rug dragen.

Nou Pa-lief droeg niets op zijn rug als hij pokkelde. Voor de zorg van zijn gezin, pokkelde hij zich in het zweet des aanschijns. Lichamelijk zwaar werk. Jassen persen en later stenen bakken. Voor een extra centje zelfs zaterdags nog stenen uitsorteren. Eerlijk werk, niets om je voor te schamen.

Wij kregen allen mee dat werken pokkelen moest zijn. Dik verantwoordelijkheidsgevoel en meedenken en –leven met de doelstelling van je baas. Het heeft me jaren therapie gekost dat ik niet alleen om een ander hoef te denken, maar zelf ook recht heb op een plekje in de wereld. Met eigen doelen, idealen en passies. Maar pokkelen zit er ingebakken. Zelfs in rust buitelen de gedachtes door en over elkaar heen bij mij. Wat een heel andere manier is van pokkelen. Maar het wel is.

Met de huidige werkeloosheidscijfers zou menigeen nog hard willen pokkelen, schat ik in. Maar behalve in de zorg en de techniek zijn er te weinig vacatures momenteel. Omscholen is voor een aantal wel een optie maar lang niet voor ieder. En ZZP-er worden kan een oplossing zijn, maar ook niet voor ieder. Om niet achter de geraniums te belanden is vrijwilliger worden een goede optie, als de andere opties op zijn. Voor elk wat wils. En ook daarin kun je pokkelen. Of je in je pokkelhobby uitleven. Allemaal mogelijk. Zoals ik nu doe.

Voor morgen: pokkel ze, maar niet ten koste van jezelf!