Uit onverwachte hoeken kan wel eens eigenwijze hulp komen. Of was ik het die eigenwijs was? Afgelopen winter snorde ik over de stadse dreven. Wollig en warm ingepakt tegen de kou. Een bekende route waar je natuurlijk wel moet opletten op naderend en achteropkomend verkeer. Tot ik op een geel bord stuitte onder een poort die ik doormoest. Met een pijl naar rechts. Linksom alleen een optie als ik de opengebroken weg durfde en kon doorkruisen. Nee dus.
Fietsers neem de route door het parkje. Zoiets stond er. Op dat gele bord. Omleiding dus. En ik liep al te racen tegen de klok. Een grote spiksplinternieuwe bloembak met armetierige plantjes midden onder de poort.
Hier een parkje? Ik kende rechtsaf alleen een molen. Maar geen parkje. En of je daar omheen kon leek me eerlijk gezegd wat stug. Ik zag fietsers langs de kazerne me tegemoet rijden. Dus met die rennende klok, snel het besluit genomen dan maar linksaf langs de kazerne te gaan. Wat zij konden kon ik ook.
Drie treden
Jaja het nog smalle overgebleven pad naast alle hekwerk vanwege de opbrekingen ging prima. Ik snorde langs de kazerne. Maar oh jee daar doemden toch echt drie levensgrote treden op om de weg te vervolgen.
Tegemoetkomende fietsers namen die hinderlijke hindernis door hun fiets met gracieuze charme eroverheen te bonken. En ook achter me ontstond een rij fietsers die met wat duw- en trekwerk wel opwaarts zouden geraken.
Mijn snorfiets is gechargeerd gezegd net iets zwaarder. De drie treden erg hoog. En hoe ik ook gas gaf – inmiddels naast de snorfiets staand – en het stuur proberen op te tillen, dit ging niet lukken. En omkeren was met de draaicirkel die mijn snorfiets nodig heeft en het smalle pad ook zeker geen optie.
Eigenwijze hulp
“Zal ik u helpen?” Ik keek om in het gezicht van een buitenlands ogende man van een jaar of 40 op een fiets achter mij. “Graag” sprak ik gretig en verbaasd. Hij mikte zijn fiets tegen de kazerne. De rij wachtende fietsers achter hem werd al langer.
Hij nam mijn stuur over en gaf gas en tilde het stuur de eerste trede op. Om de boel te redden en niet met een in tweeën gebroken snorfiets mijn weg te moeten vervolgen, tilde ik de achterkant op. Bonk, bonk, bonk. De motor ronkte. En ziedaar al tillend namen we samen de hoge hindernis. Ik nog benauwd of met al dat gas mijn snorretje niet onder zijn handen vandaan vanzelf zijn weg zou vervolgen.
Super dankbaar bedankte ik hem met een smile van oor tot oor. Zo intens verbaasd hoe crescendo dit varkentje was gewassen. Even verderop was mijn bestemming. Ik was net op tijd. En zag ik hem nog langsfietsen. Mijn nogmaals toegeworpen glimlach zag hij al niet meer. Op weg naar zijn bestemming. Hij was de eigenwijze hulp. In de goede zin des woords. Niet echt onder de indruk van zijn heldendaad. Of was ik te eigenwijs geweest?
6 reacties on “Eigenwijze hulp?”