Mijn hersens zijn verweekt, verpapt. De hitte overal toegeslagen en ondanks frissere weerberichten, iets met onweer en regen, slaat een enkel buitje toe en daarna weer dat hoge kwik. Ik krijg er genoeg van en met mij hoor ik anderen verzuchten dat ze uitkijken naar kerst.
Vandaag kun je dan ook niks zinnigs van me verwachten, verpapt is verpapt. En of het ooit nog goed komt weet ik niet. De boel is gesmolten en heeft behoefte aan wat diepvriesijs. Vaste substantie. Of is dat weer te ongenuanceerd en te zwart-wit? OK ik doe een knieval: koelkastfrisheid is ook prima.
Zucht, steun, achteruithollende conditie, vastgeplakt aan de bank. En ’s avonds tot leven komen als de temp ietsjes zakt. Totale vreemden bekijken me meewarig en spreken me aan door mijn tranende voorhoofd. Lief dat ze meeleven, maar iets minder zichtbare druppels zou me lief zijn. Dien me steeds te verantwoorden.
Inmiddels weet ik welke winkels airco hebben en daar vertoef ik graag en langer dan gepland. Meelevend met de meisjes van de bakker, bij wie airco geen zin heeft met steeds iets in de oven dienen te schuiven.
Zelfs in deze ‘tranentrekkende’ hitte dien ik beducht te zijn voor tocht. Longontsteking kan ook dan zo maar op de loer liggen. En zoals een tijdje geleden: kan zo maar 14 weken duren eer de boel weer op orde is. Ook poes Mara kan beter niet in de tocht liggen, het gevolg is een sterk tranend oogje. Waarbij ze geen poetsbeurten veelt.
Sinds kort weet ik ook dat warmte de longinhoud behoorlijk doet verslechteren. Logisch natuurlijk met minder zuurstof in de lucht. Maar echt nooit bij stil gestaan. Wat maar weer bewijst dat kennis naar je toe komt als je eraan toe bent dit te ontvangen. Hoe selectief je kennisspier wil groeien. Je ontwikkel- of groeispier. Je ontplooiingsspier zo je wilt.
Je ziet en leest het: mijn hersens zijn nu onzinnig verpapt.
Ik vind de zon en warmte wel lekker, in korte broek en shirt in de tuin werken!
heerlijk, hoewel op terras zittend genieten van de tuin ook een goede optie is.
Hahaha , laat de kerst maar komen……
Helaas kan ik nu niet hardlopen, maar geniet van het mooie weer.
Zwembad i de tuin, ligbed onder de walnootboom ….
Haha;
Dat zie ik nou helemaal voor me; vastgeplakt a d bank
Puffend en steunend
En extra lang in de supermarkt of zelfs auto met airco
Mijn gezondheid is redelijk tot goed, maar ik heb het enorm te doen met de medemens die minder fit is door omstandigheden en dan ook nog gestraft worden met hitte en zuurstofgebrek
Zelf mijn kat was in staat om in de vijver te springen
Maar hoe willen we het dan, geen zon, sneeuw, regen, wind…..
Dan maar airco. Dus, met keelpijn op de koop toe
LOL! Als de nederlander niet klaagt over het weer, is er iets zwaar mis…. 🙂
Met dit warme weer groeit mijn fruit aan de boom en de wijnranken als kool,ik heb er geen probleem mee en in de loop van de middag een verkoelend biertje,wat wil een mens nog meer.Een paar leuke busreisjes gehad dit weekeinde en nu lekker genieten van mijn vrije dag.
De hersentjes van de Woelabukkies zijn al verpapt!
Daarvoor is het niet nodig dat er een hittegolf is, want zij hebben daar constant last van.
Met dit warme weer werken hun verpapte hersentjes nog minder als normaal.
De meeste Woelabukkies zijn echter wel een beetje verstandig geworden (door schade en schande) en blijven bij een hittegolf binnen en verroeren geen vin.
Uiteraard blijven er altijd eigenwijze Woelabukkies over, die ondanks dit tropische weer, wel naar buiten gaan.
Zo dacht Truusje Kruisvocht, de dorpsmanager, topless te gaan zonnen, zonder gebruik te maken van zonnebrandolie!
Het gevolg is te raden en zijn moest zich met verbrande tepels en borsten consulteren bij de Woelabukkie dokter (tevens veearts), Essie Culaap.
Essie had wel een probaat middel voor haar en gaf een pond uierzalf aan haar mee, met de opmerking “goed insmeren hoor voor de melktijd” en lachte bulderend.
Vier anderen Woelabukkies wilden met weer gaan picknicken.
Zij hadden een auto van Karel Stuurhut, een voormalig zeeman, getrouwd met Truusje Kruisvocht.
Karel had toch geen tijd om mee te gaan omdat ie Truusje’s beschadigde onderdelen moest insmeren met uierzalf.
Zo gingen Bram Bromtol (de chauffeur), Coba Knalpot, Bil Naat en Janneke Sneetje op weg.
Eenmaal (en zo waar zonder schade te rijden) bij de picknickplaats aangekomen werd het eten en de drank uitgeladen.
Vervolgens werd een begin gemaakt met de schranspartij.
Zoals gewoonlijk waren zij weer veel te haastig om zoveel mogelijk naar binnen te schrokken.
Het gevolg daarvan was dat er vele malen verstikkingsverschijnselen waren,waardoor men elkaar op de rug sloeg om dit kokhalzend af te wenden.
Uiteindelijk was al het drinken en eten op en waren de “picknickers” nog in leven!
Op de plek aangekomen waar Bram de auto had geparkeerd stond helaas de auto niet meer.
Wel zagen zij een stofwolk in de verte.
Wat was nu het geval.
Bram had de auto niet op de handrem gezet, ondanks dat hij op een heuveltje parkeerde.
De auto was dus in beweging gekomen en torpedeerde enkele fietsers, enkele verkeersborden, een paar struiken en kwam ten slotte tot stilstand tegen een oude beuk, die geen tak verroerde.
Wat zou Karel Stuurhut hier van vinden?
De vier liepen al te bibberen van angst bij 30 graden Celsius!
Vervelend voor jouw,…..maarrrrr…………….dankzij de warmte wel kostelijk geschreven.
Ha ha ik jrijg het er zelf al warm van
…….xxx