Mijn uitgeschreven bloggerswedstrijd van vorige week draag ik een warm hart toe. En jullie kennelijk ook! Niet ieder durft er direct voor uit te komen, en ook hier en daar verbazing. Want ik nomineer ieder die er op durft te reageren, of mij durft te volgen als blogger… Wel wil ik graag ietsjes meer motivatie uitgeschreven hebben, maar wat let je je ‘branding’ eigenschappen daarmee te oefenen? De snelle reageerders buiten beschouwing gelaten. De anderen geef ik nog tot woensdag 14-10-15 aanstaande.
Een warm hart, is dat nog cool, hip, trendy, passend in deze oververzakelijkte, zwaar individualistische westerse samenleving? Is dat niet meer iets voor de losers onder ons? Waarbij je meewarig zegt: maar hij heeft een warm hart. Waarbij enige consideratie lijkt te worden gewekt op al iemands mindere kanten?
Een warm hart lijkt niet meer zo mee te tellen. Toch? Neem de asielzoekers, ik schijn in een kamp te moeten gaan zitten van vóór of tegen. Nou lijkt het me al verschrikkelijk om in een kamp te zitten, als tweede generatie na de oorlog. Genoeg meegekregen van mijn Pa die dan wel niet in een kamp heeft gezeten, maar wel in de Arbeitseinsatz. Zonder na-oorlogse erkenning. Bepaald geen pretje. Verbloemend gezegd.
Dat soort verhalen komen bij mij boven nu ik de foto’s zie van de sporthal hiero met lege veldbedden. De pootjes van de bedden zo vrolijk gekruist. Makkelijk inklapbaar. Geen enkele privacy. De observerende blik van die ene asielzoeker net buiten de bedoekte hekken, blijft me bij. Ja Aagje wilde met eigen ogen zien, hoe de hal er nu bij ligt. Waar denkt hij aan? Ziet hij de hoge golven nog voor zich? Of is hij via land gekomen en zijn zijn beenspieren nu super gesterkt door de eindeloze mars? Niet durven vertrouwend op deze – bijna dorpse – rust? Waar gaat hij heen na deze week noodstop?
Hij hunkert vast naar rust en zijn eerste levensbehoeften. (En misschien meedoen aan een Nederlandse blogwedstrijd. Al is dat geen eerste levensbehoefte). Een toekomst. Het voordeel van de twijfel. Ja het voordeel van de twijfel. De haatzaaiers over asielzoekers kun je de mond niet snoeren. Toch? Of met een warm hart?
8 reacties on “Warm hart”