Middelpunt

Ega houdt er niet van in het middelpunt te staan, maar wel dat er rekening met hem gehouden wordt. In het middelpunt staan, tijdens zijn eigen verjaardag, vindt hij lastig. Dus houd ik rekening met hem en nodig weinig gasten uit. Waar hij niet schroomt een hele lange verhandeling te houden over wettechnische regeltjes. En ieder luistert, maar begrijpt er niets van. Een van de gasten krijgt de lachers op zijn hand met: het is net of ik op mijn werk zit. Hoezo houdt niet van in het middelpunt staan? Hij moet zich op veilig terrein weten, dat wel.

In het zonneklare middelpunt staan is nog niet zo makkelijk. Zelf hou ik er wel van zo af en toe, maar weet dan niet goed wat ermee te beginnen. Op mijn schreden terugkeren naar de achtergrond, lijkt me dan een beter plan. Maar het lijkt me ooit nog eens helemaal te gek, als ik in het middelpunt terecht kom. Zie mezelf stralen en schitteren. En onderwerpen aanroeren waarmee geschiedenis geschreven wordt, en men nog dagenlang over napraat!

Helaas is de werkelijkheid anders en dien je je bewust te zijn van je medemens die net zoveel rechten heeft als jij. Die misschien wel dezelfde dromen heeft.

Ooit in een grijs, ver verleden, had ik een stukje van het middelpunt bereikt: mijn scriptie kreeg bijna de hoogste punten van mijn jaar, en werd zodanig goedgekeurd, dat een uitgeverij het wilde omvormen tot boek. Een echt boek. Als klap op de vuurpijl kreeg ik ook nog de gelegenheid in Intermediair er een heel groot artikel van te brouwen. Met foto van mijn koppie, bijna levensgroot. De gang naar de fotograaf kan ik me nog zo goed herinneren. En de ontspanning en rust die deze erkenning me gaf, heeft nog tijden in me nageleefd. Ik zie het aan de wijze foto. Ik weet het nog, ik voel het nog.

Aandacht krijgen, aandacht geven. Daar komt het op neer. Allemaal tegelijk dezelfde aandacht geven aan één persoon of onderwerp, maakt iemand of iets tot het middelpunt. En mag je zo’n moment beleefd hebben, dan straalt dat soms je leven lang na. Hoe vluchtig ook.

Opnieuw rouw

Hoeveel blijdschap staat er tegenover hoeveel verdriet en rouw? Of is het zo dat je je pas bewust bent van wat je hebt, als het er niet meer is? Een tevreden roker is geen onruststoker. Een waarheid als een koe. Heerlijk alle spanning wegblazen en steeds opnieuw die peuk pakken.

Ik wist niet wat ik had, op dat moment, maar was er gelukkig mee. Ega ook. Een simpele methode om door het gedoe van alledag te komen. En nu met sterk minderen, zelfs 80%, zitten de tranen hoog. Het chagrijn ook. Maar er is geen weg terug meer. Het mag nooit meer zo ver komen.

Niet het scheiden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn. [M. Vasalis]. Mooie tekst die destijds bij het overlijden van Pa-lief overal in de stations hing. Levensgroot. Natuurlijk mag je roken hier niet mee vergelijken, maar verdomd als het niet waar is, dat we het afgesneden zijn op onze eigen manier nog even uitstellen. Lange pijn, korte pijn?

En ja, ook hier komt best rouw bij kijken. Opnieuw. De zoveelste keer in mijn leven. Ben ik nu depri aan het worden, dat ik dat zo scherp zie en voel? Zou best kunnen. Dus ega en ik doen het stap voor stap. Eerst de 80% plotsklapse mindering met pleisters. En nu verder afbouwen. Sinds gisteren de vijfde week, met lichtere pleisters. Het gaat nog goed. We gaan niet méér roken.

En zo zijn er nog wel meer treurige zaken te benoemen, maar doe ik niet. Op het moment van blijdschap en vreugde, denk je dat je leven altijd zo doorgaat. Maar nee er is altijd verandering. Is goed, zegt mijn verstand. Wil ik niet, zegt mijn hart. Ik wou dat ik terug kon naar een tevreden roker. Want het voelt al bijna als gestopte roker. En ja, we zetten door, want er is qua gezondheid, geen weg terug.

Niet het scheiden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn. Nu alweer opnieuw rouw: het wordt me teveel, maar ik neem me voor, voortaan superbewust te gaan genieten bij blijdschap!

Gouden jubileum

Met een ruim jaartje een gouden jubileum halen is best knap toch? Ik twijfel nog even of een mijlpaal van vijftig zilver is, maar nee hoor het is al goud! Een gouden jubileum daar wordt nogal eens aandacht aan besteed. En dat doe ik hier dus ook.

Het is alweer enige jaren geleden dat ik zelf vijftig werd. Ik zag er vreselijk tegen op. Heb het groots gevierd, met ruim vijftig gasten en was mezelf niet met die paarse make-up die moest passen bij mijn paarse topje.

Het dient gezegd dat al mijn dierbaren er heel erg veel moeite voor hebben gedaan om me in het zonnetje te zetten. Een vijftigjarig zonnetje. Oftewel vijftig herfstzonnetjes jong. De geleerden zijn er nog niet uit of ik maagd of weegschaal ben, maar het was het begin van de herfst, dus vijftig herfstzonnetjes lang. Ik begon aan mijn 51ste herfst. Nog niet direct aan de herfst van mijn leven, al voelde het na al die plagerijtjes op het feest wel een tijdje zo. Daar groei je weer overheen en was met een week of drie wel over.

Vijftig een mijlpaal! Een echt jubileum. Al is het niets vergeleken met mijn lieve tante die al platina heeft mogen bereiken, met haar 70 jarig kloosterfeest, en zelfs haar granieten verjaardag al te boven is. Voor degenen die dit willen uitpluizen: ze is boven de 90 jaar. Nee, nee een dame vraag je niet haar precieze leeftijd. De mijne niet en tante ook niet.

Strikt genomen wordt een jubileum gemeten in jaren. Maar de encyclopedie is ook niet vies van het woord herdenkingsfeest, als betekenis van het woord jubileum. Laten we het op dit laatste dan maar houden! En strikt genomen is een jubileum ook een verbintenis in jaren. Maar met wat dichterlijke vrijheid kom ik hier wel mee weg, toch?

En hiermee vier ik dus het gouden jubileum van de columns! Eind dit jaar mijn granieten jubileum? Voor 100 heb ik geen benaming kunnen vinden. Maar hoop ik wel te bereiken.  Goud: niet in jaren maar in aantal. Binnen iets meer dan één jaar! Dank trouwe lezer voor het vertrouwen!

Perfectie?

Veel mensen streven naar perfectie in hun leven. Ikzelf ook. Maar ik heb geleerd de lat lager te leggen. Door hem heel hoog te leggen, liep ik mezelf en mijn kunnen volledig voorbij. En een lat kun je niet ter hoogte van de hemel leggen toch?

Goed en goed genoeg geven een bevredigend en tevreden gevoel. Met een geweten dat erg hoog was afgesteld, was het in mijn ogen nooit goed genoeg. Genieten en uitrusten eigenlijk zelden aan de orde. En wanneer is perfect, perfect? In je eigen ogen? In die van anderen? Je kunt niet aardig worden gevonden door iedereen. En het leven is nou eenmaal soms met conflicten, strijd, teleurstelling en verkeerd begrepen worden.  

Reflecteren en jezelf niet op je kop geven. Vriendjes worden met jezelf. Zo makkelijk is dat nog niet in het oneindige streven naar perfectie, die de buitenwacht van je verwacht. Of verwacht je het van jezelf? En al uitrustend van je werk, dien je er weer kwaliteitstijd van te maken in je privéleven. Een woord waar ik een bloedhekel aan heb. Zo modieus, zo verkeerd begrepen. En heel persoonlijk voor ieder ander. Een vroegere kennis noemde het kwaliteitstijd toen we haar vakantiekiekjes hadden bekeken. Natuurlijk was het aardig een beetje te kunnen meeleven met haar vakantieperikelen. Maar kwaliteitstijd? Weg dus met dat woord.

Van streven naar perfectie naar goed genoeg functioneren, is een hele omslag in mijn denken geweest. En accepterend naar mezelf. En accepterend naar anderen. Het lukt niet zonder slag of stoot. Je valkuilen, en inderdaad noem ik perfectie een valkuil, leer je niet zomaar af. Steeds opnieuw diende de spiegel: “was het goed genoeg?” bij me opgehouden te worden.

Veel situaties in het leven en je gedrag daarop kun je een zes geven. Goed genoeg? Ok ik streef naar een zeven… Toch wel.

 

Blogblaar

Sinds een maand of wat heb ik last van rammelende vingers en anders geleide gedachten. Die vingers leiden een eigen leven en moeten voor een toetsenbord geplaatst worden! Ze gaan dan volkomen hun eigen gang. En een stuk of zes, met meer kan ik niet, rammelen razendsnel over de toetsen. Niet bij te houden met mijn gedachten, want die razen nog sneller. Op een heel andere manier dan ik gewend was.

’s Nachts word ik zomaar wakker met een volkomen nieuw woord. Gevolgd door hele volzinnen die daarop zouden kunnen volgen. Maar om daarvoor nou op te staan, gaat me toch iets te ver. Proberen te onthouden dan maar. En natuurlijk weer kwijtraken voor een lege pagina Word.

Eenmaal begonnen aan blogs kun je het niet meer stoppen. Bij allerlei activiteiten door de week denk ik als vanzelf: zit daar een column in? En begin in gedachten met een aanzetje. Zomaar vanzelf. Gerenommeerde schrijvers hebben altijd een schrijfblokje bij zich, heb ik weleens gehoord. En mijn eigen kleine rode boekje bevatten ook wel onderwerpen, maar die verwerp ik dan weer gezeten voor die beruchte lege pagina.

Tot nu toe heb ik nog geen last van een writersblock. Al is het af en toe flink worstelen om vooral een eind goed te krijgen. Zwetend, gillend wakker worden en proberen niet geforceerd leuk te worden. Maar gewoon leuk. Verrassend leuk. Het valt allemaal nog niet mee.

Waar heb ik nu precies last van? Het zijn eigenlijk blaren op mijn vingers, blaren op mijn achterste en blaren in mijn gedachten. Verdomd ik heb last van een productieve blogblaar! Een blaar gevuld met blog. En die spat regelmatig op deze lege pagina!